Als het niet lukt om met ondersteuning van een schuldhulpverlener de financiële situatie stabiel te maken, is als laatste redmiddel een halfjaar adempauze mogelijk. In dat halfjaar is er tijd en rust om met ondersteuning van de schulddienstverlener de zaken op een rijtje te zetten en afspraken te maken met de schuldeisers.

De officiële naam voor de adempauze is breed moratorium. Voor een schuldenaar die is toegelaten tot gemeentelijke schulddienstverlening kan de gemeente een breed moratorium aanvragen bij de rechtbank. Als de rechter het moratorium toekent moeten schuldeisers hun invorderingsmaatregelen stoppen. De schuldenaar moet een overeenkomst tekenen waarin hij verklaart mee te werken aan de schulddienstverlening en zich te zullen houden aan de bijbehorende verplichtingen, zoals meewerken,  betalingsverplichtingen nakomen en geen nieuwe schulden maken.

Het halfjaar adempauze moet ertoe leiden dat mensen met schulden hun financiële situatie onder controle krijgen. Daarom mag er in die periode bijvoorbeeld geen beslag worden gelegd op woning of inboedel, of een huisuitzetting plaatsvinden.